Afronden met goede energie, ook als je weinig tijd hebt!
Herken je dat?
Je training was geweldig, maar nu moet je nog “evalueren”. En hoe enthousiast ze ook zijn, de deelnemers, als je er om gaat vragen komen er altijd verbeterpunten naar boven. Verbeterpunten zijn top, die wil je graag hebben! Maar door dat gezamenlijk te doen, kan de sfeer zomaar echt dramatisch verslechteren, en het is dodelijk voor de zo zorgvuldig opgebouwde energie. Dus daar hebben we zeven leuke alternatieven voor bedacht.
7 Afronders
1: Beeld een woord uit.
Maak kleine groepjes en laat ze gezamenlijk één woord bedenken. Zodra ze dat hebben gedaan, vraag je hen dit uit te beelden. En als ze het woord hebben uitgebeeld, moeten ze daar een foto van maken. Een leuke manier om hen alles te laten toepassen, wat ze in de training hebben geleerd.
2: Zoek de verschillen:
Er worden twee foto’s gemaakt, exact hetzelfde op een paar minieme veranderingen na en deze worden verspreid via Social Media of op het werk, en daar worden de verschillen bekeken. Heb je een leuke herinnering! Deze afronder is niet per se een evaluatie, maar wel geweldig om de dag mee af te sluiten en vooral om de deelnemers een leuke herinnering mee te geven.
3: Wat is het symbool?
Geef je deelnemers één minuut de tijd om een voorwerp te vinden dat voor hen de afgelopen training, les of workshop symboliseert. Ze kunnen de natuur in duiken, of hun tas, of in het lokaal zoeken. Geef ze vervolgens de kans om om beurten uit te leggen waarom ze bijvoorbeeld een sleutel hebben gepakt: omdat ze net dat ene dingetje hebben geleerd dat ze nodig hadden om hun kennis toe te gaan passen in de praktijk.
4: Gotcha!
Heb je maar weinig tijd? Bijvoorbeeld je hebt een presentatie gegeven van een uur? Dan is dit een geweldige afsluiter:
‘Grab the finger (Gotcha)’ Vaak moet iedereen hard lachen, daarna bedank je iedereen. Kun je ook doen met een codewoord en een leuk verhaal.
5: Eén woord
De opdracht is als volgt: als je nou thuis komt of de volgende dag op je werk en je partner of je collega vraagt je hoe de training was, wat zeg je dan? Geef de deelnemers 30 seconden om het woord te bedenken en daarna ga je het rijtje af en vraag je iedereen hoe de training was, zodat iedereen dit woord zegt. Geeft geweldige positieve energie!
6: Drie vragen
Een andere manier (als je weinig tijd hebt) is de drie vragen:
Ga in een kring staan en stel deze drie vragen:
Zeg vooraf tegen de deelnemers: als je 2x ja kunt zeggen, heb je een goede dag/sessie gehad.
- Als je mee hebt gedaan; steek je je arm omhoog.
- Als je iets over jezelf of over een ander hebt geleerd; steek je je arm omhoog.
- Als je gelachen hebt; steek je je arm omhoog.
Als variant leggen de deelnemers de hand op de schouder van degene die naast hen staat en uiteindelijk geeft iedereen elkaar een schouderklop en een bedankje!
7. De lucifer afronding
Laat een doosje met lucifers rondgaan en laat alle deelnemers één lucifer pakken. Ze krijgen de tijd om te evalueren vanaf het moment dat de lucifer aan is tot de lucifer op is gebrand. De spanning van de brandende lucifer voegt echt iets toe aan het laatste moment! En iedereen vindt het leuk om met vuur te spelen:P
Welke afronders ken jij? Deel ze hieronder in het commentaarveld! Dankjewel…
Bij workshops van een uur gebruik ik regelmatig ‘vuurwerk’. Deelnemers gaan in een kring op hun hurken en trommelen met hun handen op de grond. Tijdens het roffelen maak je met elkaar een steeds harder wordende ‘whooooo’. Op het laatste moment schiet je met z’n allen omhoog met handen in de lucht.
Na een keer oefenen, kan je tijdens het trommelen nog in een paar woorden zeggen hoe leuk het was en hen bemoedigen door te gaan met wat ze geleerd hebt. En daarna spat je groep in energie uit elkaar :-).
Ahh ik hou van herrie:D
Dit jaar heb ik workshop van een halve dag (groep van een 50 tal deelnemers) afgeslopen met een oefening ’28’. Deze oefening heeft een kwartier – 20 minuten geduurd. Het was een heel leuke manier om af te sluiten die energie gaf en ook heel goede feedback over de ’take-aways’.
Hieronder de instructies die ik voor mezelf en het begeleidend team had uitgeschreven. Het lijkt complex, maar is het eigenlijk niet. 🙂 Gewoon doen!
Geef elke deelnemer een kaartje. Vraag iedereen om het belangrijkste wat ze tijdens de presentatie en/of workshop geleerd of ervaren hebben – hun belangrijkste takeaway – te noteren.
Belangrijk:
– Er mag maar 1 topic op het kaartje staan!
– Het moet echt het belangrijkste punt zijn dat ze meenemen uit de hele namiddag.
– Het kaartje blijft anoniem, dus geen naam op noteren.
– Vraag hen expliciet om groot en duidelijk te schrijven, want iemand anders zal het ook lezen.
De deelnemers krijgen 2 minuten om er over na te denken en het punt te noteren.
Verzamel de groep, staand, met hun kaarten plus pennen of potloden.
Vraag hen om, van zodra de muziek start, rond te lopen en willekeurig hun kaarten met anderen uit te wisselen. Doe dit ongeveer 20 seconden, zodat de kaarten meerdere keren van hand tot hand kunnen worden doorgegeven.
Als de muziek stopt, stopt de uitwisseling. Vraag iedereen om een partner te vinden. (Indien oneven aantal, is er een groep van drie – zie hieronder)
Geef de instructie: “Zoek een partner en lees aan elkaar voor wat er op je kaartje staat. Na het delen kunnen jullie punten toewijzen op basis van hoeveel het jullie beiden aanspreekt en het puntenaantal op de achterkant van het kaartje schrijven.
Je hebt in totaal zeven punten te verdelen over de twee kaarten.
Als jullie allebei echt fan zijn van een uitspraak op een kaartje, kunnen jullie het 7 punten geven en het andere kaartje dus 0.
Of jullie kunnen 6 en 1, 5 en 2, of 4 en 3 punten toewijzen. Er zijn geen halve punten toegestaan!
Herhaal het nogmaals: Verdeel 7 punten over de 2 kaartjes en schrijf het puntenaantal op de achterkant van elke kaart.
Indien er een groep van 3 zou zijn: geef dan opdracht aan die groep om in totaal 11 punten te verdelen over de 3 kaarten.
Jullie krijgen 1 minuut om te overleggen. Als de muziek terug start, mogen jullie opnieuw beginnen rond wandelen en opnieuw de kaartjes beginnen uitwisselen.
Laat de groep opnieuw rondlopen en kaarten uitwisselen. Als de muziek stopt, vindt iedereen een nieuwe partner en herhaalt het proces van het lezen van de kaarten en het verdelen van 7 punten over de kaarten. Ze noteren opnieuw het puntenaantal op de achterkant van de kaart.
Herhaal dit proces nog twee ronden, voor een totaal van vier ronden. De oefening heet “28” omdat dit het maximale aantal punten is dat een kaartje kan krijgen (7 punten x 4 ronden).
Verzamel de groep in een cirkel, iedereen heeft de laatste kaart die hij/zij ontvangen heeft nog vast.
Vraag hen om het totaal aantal punten op de achterkant van de kaart op te tellen en de eindsom te noteren.
Leg uit dat je vanaf 28 punten naar beneden werkt, en als je bij hun eindgetal komt, leest elke deelnemer hun kaart hardop voor – luid genoeg zodat iedereen het kan horen:
Start dan met “Ok, heeft iemand 28 punten op zijn kaart? Hoe zit het met 27? Heeft iemand er 26?” En zo verder.
Iemand noteert de takeaways op een flip.
Het is een grote groep, dus waarschijnlijk zal er vanaf een bepaald aantal heel veel herhaling optreden. Dat is het moment om de oefening af te ronden. (Waarschijnlijk rond 15 punten)
wat leuk zeg, Katia! Dankjewel voor het delen… Ik ga hem zeker ook eens proberen in mijn training!
Ik laat weleens een 2 minuten werkstuk maken. Met vier personen een tekening maken op een A4-tje en een woord erbij zetten dat bij de dag past. Hierna aan elkaar presenteren.
Hoeveel tijd geef je de groepjes om te presenteren?
De emoticon score! Zet flipover bij de deur. Teken een kruis met het centrum in het midden van de flap. De horizontale as geeft aan de mate waarin de deelnemers dingen heeft geleerd. Links heel weinig geleerd, rechts heel veel. De verticale as geeft aan de mate waarin het geleerde toepasbaar is. Onder is de score heel laag en boven de toepasbaarheid heel hoog. Iedereen tekent nu een smiley in het model op het plekje van zijn/haar beleving. Veel geleerd wat niet toepasbaar is? Zoek je plek en teken de smiley. Weinig geleerd maar wat je leerde was heel toepasbaar? Dan teken je daar jouw smiley. Als laatste kan je de smily laten glimlachen als het leuk was of anders laten kijken… als het anders was. En je kan hem/haar een woord laten zeggen: waarmee je aangeeft hoe je de training typeert. Zo heb je in 3 minuten je hele schriftelijke enquête klaar en visueel inzichtelijk gemaakt voor de jezelf, de groep en de opdrachtgever.
Als afsluiter heb ik laatst iedereen een ingepakt cadeautje gegeven, een geurkaarsje in glas. Ik heb gevraagd om een zin als boodschap te schrijven aan de ander (verband houdend met het onderwerp) en dan het cadeautje aan iemand te geven, waarbij iedereen 1 cadeautje geeft en krijgt.
Mooi persoonlijk en meteen een goede implementatie…
Dag Hugo, Ja ik ken die afschuwelijke rondes met evaluaties. Ik doe ze NIET! Ik vraag de deelnemers om de dag terug te blikken in 3 minuten met slechts 1 vraag: Welk moment heb je iets nieuws geleerd? Daarna hebben de deelnemers 1 minuut de tijd om in twee tallen hun verhaal te doen aan elkaar. Vervolgens plenair geef ik enkele mensen de gelegenheid hun leermoment te delen. Heel verfrissend en laag drempel. (En eerlijk gezegd maak ik best wel fouten tijdens een workshop, so what? Maar ik hoef die niet nog eens te horen, net zomin dat zij de workshop geweldig gevonden hebben.)
En bij meerdaagse workshops vraag ik de volgende ochtend of iemand de vorige dag wil refereren en of er mensen zijn die nieuwe inzichten hebben gekregen na “er een nachtje over hebben geslapen”. Deze activiteit noem ik “The flower of the day” en ik leg kort uit wat de “Miracle of the night” is.
Groeten Huub
Ja.. inderdaad… en wij mensen zijn zo van jongs af aan getraind om te letten op wat er niet goed gaat… je training kan dan zo in mineur afsluiten terwijl ie geweldig was!
Mooi verwoord, en prachtige aanvulling voor mijn rugzak…
Dag Huub,
ik vind de opvolging bij meerdaagse events soms stroef verlopen wanneer je vraagt naar de dag ervoor, dus ben erg nieuwsgierig naar de “Miracle of the night”! 🙂
Ik ga morgen werken en neem mee…..
Analoog op het spelletje ‘ik ga op reis en neem mee…’, laat ik de deelnemers voor zichzelf één iets uitnemen dat ze gaan meenemen in het werkveld (meestel werk ik met professionals). En dan begint de eerste, ‘ik ga morgen werken en neem mee…’ De tweede herhaalt wat de eerste heeft gezegd en vult het punt aan dat hij zelf gaat meenemen. Op die manier herhalen ze het punt van de vorige en vullen ze aan.
Leuk, Alain!