Alle keren dat ik deze werkvorm toegepast heb, (met dank aan Herma Kat) was ik weer verwonderd hoeveel mooie inzichten dit proces geeft.
Doel van deze werkvorm/dit proces:
Ik zet het vooral in om mensen te laten zien wat ‘ervaringsleren’ is.
Daarnaast gebruik ik het om mensen inzichten te geven, in de keuzes die ieder mens heeft.
Laatst gebruikte ik dit bij een training aan verpleegsters, die ik ‘aan het leren’ wilde krijgen. Als je iemand iets wilt leren, dan moet de ander daar wel iets voor doen.
Hieronder de instructie:
Tijd: 20 – 30 min
Deelnemers: 4 of meer
Binnen en Buiten
Actief
Benodigd materiaal:
niets
Beginopstelling:
Alle deelnemers zitten zoals ze al zaten; geen specifieke opstelling nodig.
Kader:
Zeg tegen de deelnemers dat je ‘alles kunt, behalve lopen’. Vraag de deelnemers om je te leren lopen. De enige spelregel is, dat ze jou niet aan mogen aanraken.
Spelverloop:
Zodra het proces begonnen is, zullen mensen allerlei suggesties doen.
Bij alles wat met het bewegen van je benen te maken heeft, zeg je: “Leer me hoe je dat doet”. En je vertrekt geen spier.
Dus als ze vragen je na te doen zeg je:
“Leer me hoe.”
Als ze zeggen dat je je been op moet tillen, zeg je weer:
“Leer me hoe je dat doet”.
Af en toe smeek je nog even tussendoor:
“Leer me lopen! Ik wil het zo graag!!!”
Op een gegeven moment kan het zijn dat men het opgeeft of tot een conclusie komt.
Je bepaalt zelf wanneer je een stap vooruit zet.
Dat is blijkbaar het moment dat jij besloten hebt om ‘een stap’ te zetten (zoals een klein kind leert met vallen en opstaan).
Evaluatie:
Wat gebeurde er? (dit is vragen naar feitelijk gedrag)
Wat deed het met je?
Wat neem je/nemen jullie hieruit mee?
Alles wat je hier uit haalt, is goed.
Wat ik of wat anderen er ook uit halen is:
'Je hebt altijd een keus'.
Hierbij kun je uitleggen dat je baas je een opdracht kan geven, maar dat je die niet per se uit hoeft te voeren.
Je kunt hooguit ontslagen worden.